Terug naar de Bron

De zomer in Antwerpen loopt op zijn einde. Voor de één waren het weken vol leven: ontspanning, familiebezoek, reizen. Voor de ander was het juist een stille, soms wat lege tijd waarin de dagen langzaam voorbijgleden. Ondertussen bleef de stad bruisen: wekenlang nodigde ‘Zomer van Antwerpen’ ons uit om te kijken, luisteren en mee te doen. Diverse pleinen vulden zich met muziek en ontmoetingen en met het Bollekesfeest werd de vakantie feestelijk afgesloten op de Grote Markt en de Groenplaats.


Midden in zo’n zomer kan de vraag zomaar opkomen: kun je als christen eigenlijk meedoen met zulke feesten? Sóms wel: wanneer er iets moois gedeeld wordt, wanneer je geniet van Gods schepping of wanneer ontmoetingen je opbouwen en dankbaarheid oproepen. Dan is daar niets verkeerds aan. Maar soms ook níet: als het alleen draait om jezelf verliezen in een roes, als mensen elkaar gebruiken of als God helemaal buiten beeld raakt. Dan is het goed om afstand te nemen. De Bijbel geeft ons geen lijstje per evenement, maar leert ons ons geweten te vormen: ‘Onderzoek alles, behoud het goede’ (1 Thess. 5:21). Uiteindelijk draait het om liefde voor God en voor de ander. Dat betekent dat je de ene keer aanwezig kunt zijn en tot zegen mag zijn, en de andere keer in vrijheid nee zegt. Niet uit wetticisme, maar omdat je bij Christus hoort.

Na een middag of avond vol muziek en lichtjes kan het zomaar gebeuren: je draait de Antwerpse Ring of de Turnhoutsebaan op en plotseling valt de stilte over je heen. Daar zit je, alleen achter het stuur, tussen wegwerkzaamheden en omleidingen. De stad vierde feest, maar diep vanbinnen blijft er dorst. Je voelt het verschil tussen afleiding en échte vervulling. Tussen ‘even weg’ en echt ‘thuiskomen.’

Die ervaring is niet nieuw, maar zo oud als de mensheid. Eeuwen vóór Christus riep de profeet Jesaja: ‘O, alle dorstigen, kom tot de wateren!’ (Jes. 55:1). En Jezus zegt midden in een feest: ‘Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken’ (Joh. 7:37). Dat is opvallend. Hij wacht niet in een verafgelegen klooster, maar spreekt juist te midden van de drukte! En Jezus keurt vreugde niet af, maar geeft haar juist een fundament dat eeuwig blijft. Hij, de Zoon van God, nodigt dorstige mensen uit: de feestvierder die tóch leeg blijft, de vermoeide die geen woorden meer heeft. Bij Jezus vind je een Bron die nóóit opdroogt: levend water. Geen roes die je steeds verder uitput, maar diepe vrede en rust voor je ziel. Geen lawaai dat steeds die stilte moet verdringen, maar Zijn aanwezigheid, Zijn stem die de stilte vult met leven.

‘En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben’ (Joh. 6:35).

Aan het begin van een nieuw seizoen als gemeente is dat precies waar de Geest van God ons heen wil duwen: terug naar de Bron. Daar vinden we kracht om te groeien en daar leren we wat écht leven is. Het zijn de eenvoudige, vaste momenten, die onze gemeente dragen: samen Gods Woord openen en volhouden in gebed, ook als dat soms stroef gaat. Brood en wijn delen en elkaar dienen in kleine daden van liefde. Juist in die eenvoudige weg vormt Christus ons tot een gemeente die kan vieren zonder leeg te raken en die kan dienen zonder op te branden.

Misschien was jouw zomer licht en vol vreugde. Dank God dan voor die zegen en neem die blijdschap mee als lofprijzing in de gemeente. Misschien was jouw zomer zwaar en stil. Weet dat God je ziet en je uitnodigt om tot Hem te komen. Misschien voel je je nog zoekend of tussen wal en schip. Juist dán is de gemeente de plek waar je niet eerst iets hoeft te bewijzen om welkom te zijn. In de gemeenschap laat de HEERE ons opnieuw ademhalen: door open te belijden en te vergeven, te zingen en stil te worden en óók door te ontvangen en weer uit te delen.

De stad blijft ons intussen trekken met haar kleuren en geluiden. Laten we daarom bidden om onderscheidingsvermogen: dat we leren schoonheid te herkennen als een geschenk van God, maar ook de moed ontvangen om weg te blijven bij wat ons bij Hem vandaan leidt. Laten we bidden om zachtmoedigheid, zodat we elkaar niet veroordelen, maar juist opbouwen in liefde. En laten we tenslotte ook bidden om open deuren: dat we niet aan de zijlijn blijven staan klagen, maar echt ‘zout en licht’ zijn, zoals Jezus ons vraagt (Matth. 5), op straat en in de pleinen, thuis en op school, op het werk en in onze vriendschappen. Zo wordt wat we op zondag vieren geen eindpunt, maar een bron die onze hele week voedt.

Arjan Smit

Arjan is de predikant van onze kerk. Hij gaat voor in de kerkdiensten, geeft les aan jongeren (catechisatie), nieuwe leden en belangstellenden. Hij is beschikbaar voor pastorale gesprekken, zowel voor leden als niet-leden. Naast de interne taken binnen de kerk, geeft hij leiding aan de gemeente bij haar missionaire taak in de samenleving.

Vorige
Vorige

‘Ik begrijp steeds beter dat Hij er bij is’

Volgende
Volgende

Dagelijks kiezen