Wat geloven wij?

Wij geloven in God die mens werd om ons te redden, het eeuwig leven te geven, en Zijn schepping te herstellen.

 

De Bijbel

Wij geloven dat de Bijbel woord van God is. De Schepper van hemel en aarde maakt zich daarin bekend aan mensen van alle tijden, plaatsen en culturen.

  • De Bijbel, boek van meer dan 1.000 pagina’s, ‘bibliotheek’ van 66 boeken en brieven, reisbeschrijvingen, poëzie, geschiedenis, profetie, leerstellingen, waarvan gedeeltes vertaald in meer dan 2.900 talen en dialecten, maar vooral: goed nieuws voor mensen van alle tijden en culturen. Het goede nieuws is dat de Schepper van hemel en aarde Zijn Zoon heeft gegeven om verzoening tot God en mensen tot stand te brengen. De bijbelse boodschap biedt perspectief op een geweldige toekomst voor wie gelooft in God en Jezus Christus.
    De Bijbel is het boek dat mensenlevens veranderde en waar ouderen en jongeren geestelijke energie uit hebben geput in crisismomenten van hun leven.
     
    Waarom is de Bijbel zo bijzonder?
    Christenen wereldwijd en doorheen de tijd geloven dat de Bijbel het Woord van God is. Wij geloven dat de boeken van de Bijbel, die door mensen geschreven zijn, door God zelf geïnspireerd zijn. Daarnaast zijn er een aantal kenmerken die ons vertrouwen in de Bijbel bevestigen.
     
    Ontstaan
    De Bijbel werd geschreven door minstens veertig verschillende auteurs met verschillende beroepen en onder verschillende omstandigheden. Onder de schrijvers waren leiders (Mozes), koningen (David, Salomo), schaapherders (Amos), vissers (Petrus) en een dokter (Lucas). De een schreef in de woestijn, de volgende in een paleis en weer anderen in de gevangenis of op reis. Dit alles in een tijdsbestek van ongeveer 1.500 jaar.
     
    Eenheid
    Ondanks het feit dat de Bijbel geschreven is door zoveel verschillende mensen in verschillende tijden en onder zulke verschillende omstandigheden, is de boodschap van al die verschillende boeken toch met elkaar in overeenstemming.
     
    Actueel
    De Bijbel is na bijna 2.000 jaar nog steeds een leidraad voor miljoenen mensen, uit verschillende landen met uiteenlopende leeftijden en verschillende opleidingsniveaus.
     
    Verspreiding
    De Bijbel is vertaald in ruim 1.000 talen en verspreid in vrijwel alle landen van de wereld. Sinds de uitvinding van de boekdrukkunst zijn er honderden miljoenen Bijbels gedrukt en verspreid. Sinds het digitale tijdperk zijn vele vertalingen en Bijbelproducten meer en meer beschikbaar op websites, sociale media en apps. Tot op de dag van vandaag gaat men verder met vertaling en verspreiding.
     
    Overleving
    Van geen enkel boek zijn zoveel oude fragmenten overgebleven als van de Bijbel. Zelfs van de teksten van Shakespeare zijn minder manuscripten overgeleverd. De Bijbelse teksten werden zo zorgvuldig bewaard en gekopieerd dat er hooguit twintig tekstgedeelten bestaan waarover onzekerheid bestaat. In het geval van Shakespeare gaat het over zeker honderd passages.
     
    Literatuur
    De Bijbel heeft in zeer veel landen bijgedragen tot de ontwikkeling en de vorming van de taal.
     
    Morele karakter
    De Bijbel doet de mensen waarover geschreven wordt niet mooier voor dan ze zijn. Zelfs de eigen schrijvers en de helden uit de Bijbel zijn mensen die beschreven worden met zowel hun goede als hun slechte kanten.
     
    Als de Bijbel waar is, waarom staan er dan zoveel tegenstrijdigheden in?
    Er wordt vaak beweerd dat er tegenstrijdigheden in de Bijbel staan of belangrijke zaken waarover gemakkelijk meningsverschillen ontstaan. Dit argument wordt dan gebruikt om de Bijbel niet verder te lezen of niet als waarheid te aanvaarden. Maar, ook in andere gebieden, zoals bv. de wetenschap en in de rechtspraak, zijn tegenstrijdigheden en meningsverschillen. Dat grijpen we toch ook niet aan om de hele wetenschap of de rechtspraak maar terzijde te schuiven.
    De uitdaging is om eerlijk te blijven lezen en de gehele Bijbel te lezen, zowel alleen als in gemeenschap. Zo groeien doorheen de tijd begrip en kennis van de Bijbel.
     
    Is de Bijbel niet in strijd met de moderne wetenschap?
    We moeten bedenken dat de Bijbel niet een 20e eeuws wetenschappelijk boek is, maar in de eerste plaats een boek over de verlossing voor mensen uit alle tijden en alle culturen.

Verlossing door Jezus Christus

Wij geloven dat door onze ongehoorzaamheid aan God een breuk ontstaan is tussen God en de mens. Geen enkele menselijke inspanning kan die breuk herstellen. Alleen God zelf kon door een bijzondere reddingsoperatie heil brengen. Hij zond, uit grote liefde, Zijn Zoon, Jezus Christus, naar de aarde.

Gods Zoon trad op als bemiddelaar tussen God en mens. Dat kostte Hem zijn leven. Hij leed en stierf aan het kruis op Golgotha. Wij geloven dat Hij lichamelijk is verrezen op de derde dag, dat Hij naar de hemel is gegaan en we verwachten zijn wederkomst op de jongste dag.

De Heilige Geest, die samen met de Vader en de Zoon, één unieke God is, brengt tot geloof en maakt ons nieuwe mensen, zodat wij door Zijn kracht tot eer van God leven. De Heilige Geest leert ons ook om Zijn licht in deze wereld te verspreiden met onze daden en woorden.

 

Belijdenissen

Ons geloof is verwoord in zes belijdenissen: drie belijdenissen uit de begintijd van de christelijke kerk en drie vanuit de tijd van de Reformatie. De eerste drie belijdenissen verbinden ons met de wereldwijde kerk van Christus. Deze belijdenissen hebben door de eeuwen heen de kerk houvast en richting gegeven. De andere drie belijdenissen brengen onder woorden waarom we een protestantse of gereformeerde kerk zijn.

Drie belijdenisgeschriften delen we met de wereldwijde kerk:

  • Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
    Schepper van de hemel en van de aarde

    En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere;
    die ontvangen is van de Heilige Geest,
    geboren uit de maagd Maria;
    Die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
    is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle;
    ten derde dage wederom opgestaan van de doden;
    opgevaren ten hemel,
    zittend aan de rechterhand van God, de almachtige Vader;
    vanwaar Hij komen zal om te oordelen
    de levenden en de doden.

    Ik geloof in de Heilige Geest.
    Ik geloof één heilige, algemene christelijke kerk,
    de gemeenschap der heiligen;de vergeving der zonden;
    de wederopstanding van het lichaam; en een eeuwig leven.

    Amen.

  • Wij geloven in één God, de almachtige Vader,
    Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.

    En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God,
    Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God;
    geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader;
    door Hem zijn alle dingen geworden.

    Terwille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden.

    Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus,
    heeft geleden, is begraven.
    Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften. Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vaderen zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben.

    En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat, die samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten.

    En een heilige, algemene en apostolische kerk. Wij belijden een doop tot vergeving van de zonden. Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw.

    Amen.

  • (1) Al wie behouden wil worden, moet voor alles het algemeen geloof vasthouden; (2) als iemand dit niet volledig en ongeschonden bewaart, zal hij ongetwijfeld voor eeuwig verloren gaan.

    (3) Het algemeen geloof nu is dit, dat wij de ene God in de Drieheid en de Drieheid in de Eenheid vereren, (4) zonder de Personen te vermengen of het wezen te delen. (5) Want de Persoon van de Vader en die van de Zoon en die van de Heilige Geest zijn van elkaar onderscheiden, (6) maar de Vader en de Zoon en de Heilige Geest hebben één goddelijkheid, gelijke heerlijkheid, dezelfde eeuwige majesteit.

    (7) Zoals de Vader is, zo is de Zoon, zo is ook de Heilige Geest. (8) Ongeschapen is de Vader, ongeschapen de Zoon, ongeschapen de Heilige Geest; (9) onmetelijk is de Vader, onmetelijk de Zoon, onmetelijk de Heilige Geest; (10) eeuwig is de Vader, eeuwig de Zoon, eeuwig de Heilige Geest. (11) En toch zijn Zij niet drie eeuwigen, maar één eeuwige; (12) zoals Zij niet drie ongeschapenen of drie onmetelijken zijn, maar één ongeschapene en één onmetelijke.

    (13) Evenzo is de Vader almachtig, de Zoon almachtig, de Heilige Geest almachtig; (14) en toch zijn Zij niet drie almachtigen, maar één almachtige.

    (15) Zo is de Vader God, de Zoon God, de Heilige Geest God; (16) en toch zijn Zij niet drie Goden, maar één God. (17) Zo is de Vader Here, de Zoon Here, de Heilige Geest Here; (18) en toch zijn Zij niet drie Heren, maar één Here. (19)Want zoals de christelijke waarheid ons noodzaakt elke Persoon afzonderlijk als God en als Here te belijden, zo belet het algemeen geloof ons van drie Goden of Heren te spreken.

    (20) De Vader is door niemand gemaakt of geschapen of voortgebracht. (21) De Zoon is door de Vader alleen, niet gemaakt of geschapen, maar voortgebracht. (22) De Heilige Geest is door de Vader en de Zoon niet gemaakt of geschapen of voortgebracht, maar Hij gaat van hen uit. (23) Eén Vader dus, niet drie Vaders; één Zoon, niet drie Zonen; één Heilige Geest, niet drie Heilige Geesten. (24) En in deze Drieéenheid is geen sprake van eerder of later, noch van meer of minder, maar alle drie Personen zijn aan elkaar gelijk in eeuwigheid en in hoedanigheid. (25) Daarom moet, zoals reeds gezegd werd, in alle opzichten zowel de Eenheid in de Drieheid als de Drieheid in de Eenheid vereerd worden.

    (26) Wie dus behouden wil worden, moet wat betreft de Drieëenheid deze overtuiging hebben.

    (27) Maar het is voor zijn eeuwig behoud noodzakelijk dat hij ook de vleeswording van onze Here Jezus Christus oprecht gelooft. (28) Het ware geloof is nu, dat wij geloven en belijden, dat onze Here Jezus Christus, Gods Zoon, God en mens is. (29) God is Hij uit het wezen van de Vader, voortgebracht voor de tijden, en mens is Hij uit het wezen van zijn moeder, geboren in de tijd; (30) volkomen God en volkomen mens, met een menselijke ziel en een menselijk lichaam; (31) gelijk aan de Vader naar zijn goddelijke natuur, minder dan de Vader naar zijn menselijke natuur. (32) En hoewel Hij God en mens is, is Hij toch niet twee, maar één Christus. (33) Eén is Hij, echter niet doordat zijn goddelijke natuur in de menselijke veranderde, maar doordat Hij als God de menselijke natuur aannam. (34) Eén is Hij, volstrekt niet door vermenging van naturen, maar door eenheid van Persoon. (35) Want zoals ziel en lichaam één mens zijn, zo zijn God en mens één Christus.

    (36) Hij heeft geleden voor ons behoud, is neergedaald in de hel en op de derde dag opgestaan uit de doden. (37) Hij is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. (38) Bij zijn komst zullen alle mensen opstaan met hun lichaam en zij zullen rekenschap afleggen van hun daden. (39) En zij die het goede gedaan hebben, zullen het eeuwige leven ingaan, maar zij die het kwade gedaan hebben, het eeuwige vuur.

    (40) Dit is het algemeen geloof. Wie dit niet oprecht en standvastig gelooft, zal niet behouden kunnen worden

 

Drie belijdenisgeschriften delen we met de kerk van de Reformatie:

  • Deze catechismus, die in 1563 in Heidelberg werd uitgegeven door Frederik de Vrome, keurvorst van de Paltz (1559-1576), was bedoeld als leerboek, in de eerste plaats voor de jeugd, om het gereformeerde geloof te kunnen begrijpen. Zacharias Ursinus (1534-1583) wordt beschouwd als een van de belangrijkste auteurs. Het werd officieel als leerboek aangenomen door de kerk, onder andere door de Synode van Dordrecht (1618-1619).

    » Lees verder in de Catechismus

  • Opgesteld door o.a. Guido de Brès (1522-1567) verscheen deze bekentenis in het Frans in 1561 in wat nu Noord Frankrijk is. Het was bedoeld als verantwoording aan de Spaanse regering. Vanaf het begin diende het ook als een verwoording van het gemeenschappelijke geloof van de gereformeerden in de Lage Landen. Verschillende kerkvergaderingen gaven het officieel gezag, waaronder de Synode van Dordrecht (1618-1619).

    » Lees de Confessio Belgica

  • Dit document geeft de uitspraken weer van de Synode van Dordrecht (1618-1619) over verschillende elementen van de kerkelijke leer die door de zogenaamde Remonstranten ter discussie waren gesteld. De hoofdkwestie is of mensen al dan niet eigenmachtig voor God kunnen kiezen (menselijke vrije wil). Hoe komt het dat mensen zo verschillend reageren op het evangelie? Ligt dat aan de mensen, of speelt God zelf hierin de beslissende rol (uitverkiezing)? De stellingen volgen de tekst van een stuk van de Remonstranten, maar die hebben de hoofdstukken III en IV samen genomen. Vandaar de merkwaardige nummering. De uitspraken werden gedaan met de steun van gereformeerden uit Engeland, Duitsland en Zwitserland.

    » Lees de Dordtse Leerregels