Waar verwachten we het van?

Ik moet bekennen dat het idee van kerkplanting me soms beangstigt: Er staat gewoon zo veel op het spel! Het Evangelie delen met mensen die vaak niet geïnteresseerd zijn is al moeilijk en dan krijg je ook nog te maken met administratieve zaken, stadsbesturen, fondsenwerving en nog zo veel meer.

Je zou die omstandigheden wel allemaal willen negeren en relativeren, en misschien wel je eigen talenten overschatten. Dat gebeurt nogal eens in kerkplanting. Dan zoeken ze mensen met lef, terwijl de critici vinden dat je er maar vooral beter naïef optimist voor kunt zijn. Maar in plaats van gedurfde ambitie en lef, of onwetende optimisme, heb ik meer behoefte aan nederig geloof. We zijn zo vaak geneigd onze eigen capaciteiten totaal te overschatten en het werk van de Heer te onderschatten. Dit leidt tot arrogantie bij het geringste “succes”, of tot wanhoop als de dingen niet helemaal zo goed gaan als we gehoopt hadden.

De Bijbel corrigeert dit perspectief keer op keer. Het minimaliseert nooit de beangstigende realiteit van een gebroken wereld met zonde en gevaar en alles wat fout gaat, de overweldigende omvang van onze roeping, noch de innerlijke strijd in onze harten. Het plaatst het echter allemaal in de gelovige zekerheid van de aanwezigheid, kracht en voorziening van God. We mogen onze eigen kleinheid erkennen terwijl we rusten in Gods grootheid.

In Psalm 124, bijvoorbeeld, sporen de pelgrims elkaar aan te blijven herhalen: “Was de HEER niet voor ons geweest,” ja, wel, dan zouden ze verslonden, verdronken, vernietigd zijn. Zonder de gunst van de HEER zou er helemaal niets van hen overgebleven zijn. Wel, dat is inderdaad wat je kunt zeggen als je terugkijkt op 10 jaar kerkplanten en consolideren in Barcelona. Niets van dit alles zonder de gunst van de Heer! Hij is Degene die ons verloste, terwijl wij in onze eigen kracht broos en hulpeloos waren als vogels, verstrikt in het net van zonde en dood.

“Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.”

—Psalm 124:8

Door het belang van de gunst van de Heer te blijven herhalen, vinden de reizende mensen in deze Psalm hoop en moed voor de toekomst, als ze samen belijden: “Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.” Ik denk dat dàt de juiste geloofsbelijdenis is in kerkplanting en bij uitbreiding in het hele leven. We zijn uiteindelijk niet afhankelijk van de talenten van een kerkplanter, de bereidwilligheid van een stadsbestuur, de financiering van christelijke donateurs, hoe dankbaar we voor deze en andere dingen ook mogen zijn. Nee, onze hulp komt van de Schepper van hemel en aarde. We vertrouwen op de grote “Ik Ben”, de Ene die in deze gebroken, beangstigende wereld is neergedaald om het verlorene te zoeken, Diegene die zei: “Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen” (Joh 16:33b). Hij zendt ons uit om discipelen van Hem te maken, ons ten volle bewust van de moeilijkheden en gevaren van deze taak. Daarom zegt Hij ook: ”Houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld” (Matt 28:19–20).

Guido

Guido werkt namens onze kerk als zendingswerker in Catalonië, de afgelopen jaren als voorganger van Ciutat Nova in Barcelona en nu als gemeentestichter in Girona. Hij is de echtgenoot van Evelin en de vader van Martí, Guillem en Èlia.

Vorige
Vorige

Hoop

Volgende
Volgende

Gedachten over vasten en bidden